27-03-2012 20:51

Anne en Jan Heins in vorm 15 maart 2012

Door Peter van Slochteren

STUIFZAND - Zowel Anne als Jan Heins waren in vorm bij biljartclub 't Kun Beter.

Anne Heins mocht beginnen aan de wedstrijd tegen Henk Hilbrink. Heins als Hilbrink lieten de eerste beurt schieten, maar in de tweede beurt kwam de eerste voor Heins tevoorschijn en liet Hilbrink een serie van twee noteren. De heren hielden elkaar goed in de gaten, want scoorde de ene, dan kwam de andere na, zodat zij in elf beurten elk zeven hadden gemaakt. Heins maakte een uitschieter van vijf en kreeg hierdoor iets meer speling. De dertiende volgde meteen en Hilbrink pakte een serie van drie mee, waardoor het steeds spannender werd. Hilbrink had er nog vier te gaan en Heins nog zeven. Hilbrink maakte de twaalfde in de vijftiende beurt. Anne Heins kwam met een serie van twee steeds dichterbij een overwinning, maar wat zou Hilbrink gaan doen? Het antwoordt was dat het Hilbrink niet meer lukte om nog te scoren in vier beurten. Heins maakte een serie van vier en kwam daarmee op negentien te staan en moest er nog een maken. Deze volgde meteen in de 20e beurt. In een vlotte wedstrijd werd Anne Heins de winnaar met twintig. Henk Hilbrink bleef steken op twaalf van de vijftien.

Jan Heins was in vorm tegen Aaldert Bisschop, want gelijk in de eerste beurt liet Heins al een serie van drie noteren, gevolgd door een serie van vier. Deze serie werd in de vierde beurt nogmaals herhaald, waarmee hij al op twaalf stond tegen net twee voor Bisschop, die er vijftien totaal moet maken tegen dertig voor Heins. Het tempo lag bij Bisschop nog niet zo hoog, met telkens een carambole. Bij Jan Heins ging de stoom er een beetje van af na de zevende beurt, want vier beurten achterelkaar bleef het stil, maar na de elfde beurt pakte Heins de draad van het biljarten weer op en ging het scoren verder. Van Bisschop had Heins geen last, want tussen de zevende en dertiende beurt wist Bisschop geen enkele carambole te scoren. Het lukte Bisschop niet om het juiste ritme onder de knie te krijgen, waardoor in 25 beurten de volle winst op naam kwam te staan van Jan Heins met dertig tegen tien voor Aaldert Bisschop, die overigens in 21 beurten op tien stond, maar de kansen in de laatste vier beurten liet varen.
Bennie Meppelink nam het op tegen Berend Hilberts. De heren namen dankbaar gebruik van het biljart, want er passeerden 38 beurten, voordat de winnaar bekend werd. Meppelink begon redelijk met zes in negen beurten tegen twee voor Hilberts. Hierna gingen een aantal beurten voorbij, waarbij vergeten werd een carambole te maken. Na de veertiende beurt kwam Meppelink terug in de wedstrijd met vijf in vier beurten. Bij Hilberts ging het tot nu toe niet voortvarend, maar had het geluk dat Meppelink ook niet in zijn juiste ritme zat.
In de 28e beurt verscheen er voor Meppelink een serie van drie waarmee hij op negentien kwam en nog drie te gaan had, tegen zes voor Hilberts. Het moest voor Bennie Meppelink te doen zijn om de overwinning achter zijn naam te krijgen, maar de keu van Meppelink was blijkbaar uitgeblust, want zes beurten gingen voorbij, waarbij er niet gescoord werd. Inmiddels liep Hilberts behoorlijk in met dertien. Het werd nog behoorlijk spannend wie de winnaar zou worden. Meppelink wist er nog een te maken, maar de winnende zat te ver achter in de keu, waardoor vrij onverwacht Berend Hilberts in 38 de winnaar werd met vijftien.

Gerrit Strijker kwam wat laat op gang tegen Geert Roffel. In twaalf beurten stond de tussenstand gelijk met elk acht. Een serie van vier en acht volgden voor Strijker en dat bracht hem op twintig van de 31. Roffel scoorde in de elfde beurt een serie van twee en moest er hierna nog vier. Dezen werden in de volgende twee beurten gemaakt, waardoor Roffel in zeventien beurten de winst al binnen had. De tijd was voor Strijker te kort om aan de 31 te komen.
Klaas van Dalsem  begon met zeven in negen beurten vrij goed tegen Henk Denekamp, die er inmiddels acht op papier had staan, maar hierna gingen vrij veel beurten voorbij zonder dat er wat caramboles werden meegenomen. Des te langer de wedstrijd duurde des te meer moeite kreeg Klaas van Dalsem het met het maken van een carambole, dan wel een serie. Bij Denekamp ging het ook niet voortvarend, maar wist zijn opponent wel voor te blijven tot aan het eind, want in 36 beurten werd Denekamp winnaar met 31. Klaas van Dalsem kwam dit keer niet verder dan 21 van de 27.

Jan Benning bleef Henk Hilbrink met dertien tegen zeven ruim voor, toch kreeg de wedstrijd een andere wending, want Hilbrink wist behoorlijk goed terug te komen, zelfs zo goed, dat hij de wedstrijd nog ging winnen in 27 beurten met vijftien tegen uiteindelijk zeventien. Het tempo waarmee Benning begon kon Benning niet behouden en gingen de laatste vijf beurten verloren, terwijl er een hoge verwachting voor winst uit kon komen voor Benning.
Roelof Dolfing biljartte heel wisselvalling, maar wist de wedstrijd tegen Roelof Huisjes in 25 beurten met zeventien tegen veertien te winnen. Huisjes scoorde drie keer een serie van drie en had in het begin de biljartballen niet mee zitten, waardoor hij pas later en te laat achteraf op gang kwam. Dolfing begon meteen goed met dertien in dertien beurten. De overige vier lieten nog een tijdje op zich wachten, maar verschenen uiteindelijk op tijd.
Henk Heringa begon sterk met een serie van zeven tegen Albert Pol. In een super tempo wist Heringa de wedstrijd neer te zetten en werd dan ook verdiend winnaar in 22 beurten met 31 tegen elf voor Pol.     

—————

Terug